Vorige week ging 1 procent van de Belgen naar de huisarts met griepsymptomen, dat zijn ongeveer 972 Belgen op 100.000. In zes jaar tijd zijn dat er nog nooit zoveel geweest als in de periode van 28 januari tot 3 februari.

 

 
Dat blijkt uit het wekelijkse griepbulletin van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV).

Het aantal consultaties lag vorige week boven de drempel van hoge intensiteit. "Dit is ongeveer een kwart meer dan wat we andere jaren zien. Vorig jaar was het trouwens een zwak griepseizoen, dus waarschijnlijk zijn er dubbel zo veel zieken als vorig seizoen", zegt viroloog Mark Van Ranst.

Hoewel veel mensen ziek zijn, blijft de ernst van de infecties eerder beperkt. Momenteel circuleren er vooral twee types van het influenzavirus: het B-virus en het virus A(H1N1)09pdm. Het virus A(H3N2) komt minder vaak voor. Het aantal consultaties stijgt in alle leeftijdsgroepen, behalve bij 65-plussers.

"Dat is normaal", aldus Van Ranst. "In de eerste plaats omdat mensen in die leeftijdsgroep minder snel ziek worden van de H1N1-variant. Een andere reden is dat de griep een bepaalde dynamiek volgt: eerst de allerkleinsten, dan hun ouders, vervolgens de werkende bevolking en dan pas de 65-plussers."

Vermoedelijk is vorige week en deze week de absolute piek van de griepepidemie bereikt. "Ik denk wel dat we op het hoogtepunt van de griep zitten. We lopen ongeveer 1 à 2 weken achter op wat we in Nederland zien. Daar gaat de epidemie sinds deze week naar beneden. Ik verwacht dat we volgende week ofwel een plateau gaan bereiken of al een eerste teruggang zullen zien."

Over de ernst van de epidemie kunnen pas conclusies getrokken worden op het einde van het griepseizoen. Tot eind januari is er ook geen verhoogde sterfte vastgesteld door de winterse omstandigheden.

(belga)